Zo lieve kijkbuisbloglezertjes van me daar ben ik weer. Zoals jullie in het vorige blog hebben gelezen moesten Nicole en ik ons gisteren melden op de poli 2 zuid van het Sophia. Reden…. een eindgesprek. Dit gesprek/bezoek is reeds achter de rug en in dit blog probeer ik te omschrijven wat er gebeurde en hoe ik het heb ervaren.
Om te beginnen werden we wakker en na het ontbijtje hebben Roos even naar school gebracht. Tijdens dit wandelingetje kwam ik erachter dat Nicole toch wel iets wat nerveus was. Prima en dat was te verwachten alleen had ik dat rare en nerveuze gevoel totaal niet. Gelukkig, maar in de auto richting het Sophia werd dat wel anders. Gezien de tijd, 9.45 uur, durfden we het wel aan om de rijksweg te pakken. De files zouden wel opgelost zijn en het idee dat ik alleen maar gas hoefde te geven stond me wel aan. In de auto zaten we allebei verzonken in onze gedachten en de spanning was voelbaar.
Ikzelf moest veel aan Fleur denken. Alle ritjes die we saampjes hebben gemaakt en de gesprekken die we dan soms hadden borrelden heel langzaam naar boven. Een fijn gevoel kan ik zeggen, maar wel confronterend. Zo weet ik nog heel goed dat Fleur en ik door het slechte weer een redelijk grote vertraging hadden opgelopen en dat we telefonisch het Sophia hebben gebeld dat we onderweg zijn en dat ze de chemo maar alvast aan de paal moesten hangen. We hadden er ruim 2 uur overgedaan en zijn uiteindelijk via de uitgang de parkeergarage ingereden.
De parkeergarage inrijden was vandaag geen probleem. De file die er normaal gesproken stond was weg en binnen een mum van tijd hadden we geparkeerd en na een wc bezoekje was het dan echt zover en met lood in onze schoenen liepen we naar de lift om vervolgens twee verdiepingen hoger weer uit te stappen. Niets bijzonders, maar het op de knopjes drukken was iets wat Fleur altijd deed en dit keer, tja dit keer moesten wij het doen.
Eenmaal op de poli ging het snel. We werden fijn ontvangen en werden direct meegenomen naar een afdeling die we nog nooit gezien hadden. Dit bleek de gang te zijn waar alleen maar artsen, oncologen, professors en mensen komen die in het ziekenhuis werken. Toen de koffie en thee op tafel stonden begon het gesprek. We hebben naar mijn idee alles gevraagd wat we wilden vragen en alle antwoorden waren luid, duidelijk en eerlijk. We hebben ook verteld hoe Fleur is overleden en hoe wij dat hebben ervaren. Dat kwam wel even binnen. Daarnaast heb ik mijn grootste ergernis op tafel neergegooid, maar we hebben ook eerlijk verteld dat we erg tevreden waren over de gang van zaken. Het was er niet altijd rozen geur en maneschijn, maar als wij de grote lijnen bekijken dan zijn wij tevreden over de behandeling.
Ook
had oncoloog ons nog wel iets te zeggen en dat is dat ze het heel erg fijn vondt dat ze ons alles kon vragen/zeggen. Geen getreuzel en geen gelul, nee recht voor zijn raap, dat is waar wij van houden, want hoe je het ook wend of keert het goede of slechte nieuws moest toch verteld worden. De oncoloog zei letterlijk “in jullie geval was het meestal, zeg maar gerust altijd, slecht nieuws” en ze vondt het erg prettig dat ze dus niet om de pap hoefde heen te draaien.
had oncoloog ons nog wel iets te zeggen en dat is dat ze het heel erg fijn vondt dat ze ons alles kon vragen/zeggen. Geen getreuzel en geen gelul, nee recht voor zijn raap, dat is waar wij van houden, want hoe je het ook wend of keert het goede of slechte nieuws moest toch verteld worden. De oncoloog zei letterlijk “in jullie geval was het meestal, zeg maar gerust altijd, slecht nieuws” en ze vondt het erg prettig dat ze dus niet om de pap hoefde heen te draaien.
Daarnaast vertelden ze ook wat hun nog helder voor de geest staat. Niets bijzonders, maar het gesprek van 12 april 2011 was ook voor hun een dieptepunt. Dit was de dag dat ik alleen naar het Sophia ging om een doktersverklaring te halen voor onze reis naar Curaçao en dit was ook de dag dat we onverwachts te horen kregen dat Fleur het niet zou halen. Altijd waren Fleur, Nicole en ik met dit soort gesprekken bij elkaar en konden we elkaar steunen, alleen deze dag…nee dag liep anders dan gepland. Nicole zat thuis met buurvrouw Suus en ik zat met een delegatie artsen in het Sophia. De intercom stond aan en werkelijk waar het verdriet wat wij door die intercom hoorden ging verder dan door alleen maar merg en been. Nicole was intens verdrietig en ik…ik zat ruim 40 kilometer verderop en kon haar niet even vastpakken. Als ik terugdenk aan dat moment dan voel ik weer die steek in mijn lijf brrrrrrrr……
Maar goed, na een kleine 3 kwartier was alles besproken en hebben we afscheid genomen van Inge van der Sluis, de oncoloog en samen met Maria de Jong, de verpleegkundige consulent, hebben we nog een rondje gemaakt over de afdeling. Toen wij nog in het ziekenhuis liepen waren ze bezig met een grote verbouwing en het eindresultaat hebben we gisteren even bekeken. Het is mooi geworden en gelukkig hebben ze, doormiddel van attributen, een hele warme, fijne en in mijn ogen een huiselijke sfeer gecreëerd. Die sfeer is erg belangrijk, want als je kind kanker heeft krijg je er ook een tweede huis bij. Een tweede huis klinkt raar dat weet ik, maar zo hebben Nicole en ik het wel ervaren, daar kwamen we gisteren dus achter.
Tijdens onze tocht hebben we alles even goed bekeken en hebben alle dingen gezien die ik graag wilde zien. Daarnaast was de verpleging ook erg lief. Van de een kregen we een knuffel en de ander gaf een zoen. Nee, de verpleging zien wij ondertussen niet meer als verpleging, maar het voelde eerder aan als familie. Stom ik weet het, maar zo voelde het wel. Laat ik het anders zeggen. Nicole en ik zagen wel op tegen dit bezoekje, maar het viel ons 100% mee. We hadden echt het gevoel dat we weer even thuis kwamen en vonden het heerlijk om daar weer even te zijn. We hebben immers redelijk wat nachtjes daar gelegen en iedereen wilde maar twee dingen en dat was dat de kinderen tijdens de opnames het naar hun zin hadden en we knokten allemaal voor een kankervrij leventje.
Ons is het kankervrije leventje niet gegund dat is wel duidelijk, maar de posivititeit naar een leven zonder kanker was voelbaar op de afdeling. Er liepen ouders met hun ziel onder de armen, de chemo’s vloeiden rijkelijk naar binnen, het ene kindje was kaal, de ander wist van gekkigheid niet meer hoe hij/zij moest liggen en leeftijd varieerde dit keer van 0 tot ongeveer een jaar of 16. Allemaal niet leuk, maar zolang de chemo loopt en de vader of moeder maken zich zorgen over de bijwerkingen is er hoop. Hoop op een kankervrij leventje……en een kankervrij leventje….tjsa….dat willen we toch allemaal.
Via deze weg willen we nogmaals iedereen bedanken die ons de afgelopen jaren heeft geholpen. En met iedereen bedoel ik ook echt iedereen. Of het nu ging om een luisterend oor of een schouder het was fijn om te weten dat we toen en ook nu nog steeds niet alleen zijn. Dus lieve….
- Familie
- Vrienden
- Kennissen
- Lotgenoten
- Goede doelen
- Werkgevers
- Alle ziekenhuizen
- En iedereen die we vergeten zijn
Bedankt….jullie zijn stuk voor stuk toppertjes.
Laafje joost